De tent, die den Israëlieten, bij hun omzwervingen in de woestijn, tot tempel diende. In den Bijbel staat uitvoerig beschreven, hoe de tabernakel er uitzag.
Het binnenste van de tent was overtrokken met goud en bekleed met purperen gordijnen. Zij bestond uit een voorhof en twee afdeelingen. Het volk mocht niet verder dan den voorhof komen, om hun dankoffers te brengen. In de eerste afdeeling (het Heilige) stond een tafel met goud overtrokken, waarop de toonbrooden lagen, die het geheele jaar voor Gods aangezicht tentoongesteld moesten worden. Verder stond in het Heilige de gouden kandelaar met zeven lampen, en het gouden reukaltaar. In het Heilige der Heiligen werd de Arke des Verbonds, de schrijn met de Wetstafelen, bewaard. Hier mocht alleen de hoogepriester éénmaal in het jaar binnengaan.In het Bijbelsche Museum te Amsterdam is een volledige tabernakel in het klein te zien, kostbaar uitgevoerd en eenig in de wereld.
In de Katholieke Kerk is de tabernakel de versierde koepelvormige kast op het midden van het altaar, Waarin het Heilige Sacrament, de Heilige Ouwel, bewaard wordt. Vóór den tabernakel brandt de Godslamp, het zinnebeeld van het Eeuwige Licht, van de altijddurende tegenwoordigheid van Christus in het Sacrament.
Voorts wordt het menschelijk lichaam de tabernakel genoemd, waarin de ziel des menschen huist (2 Kor. 5 : 1). Zorg voor den aardschen tabernakel.
