Gepubliceerd op 18-08-2020

Mark

betekenis & definitie

De oude Germanen waren oorspronkelijk een zwervend volk, maar later kozen zij zich vaste woonplaatsen. Iedere stam bewoonde een bepaald gebied, dat mark genoemd werd.

Zij werden onder den invloed van de Romeinsche beschaving landbouwers. Het bouwland werd onder de geslachten verdeeld, maar de weiden, heiden, moerassen en bosschen bleven onverdeeld. Dat gedeelte heette de almende, de gemeente, de meent, de mark in engeren zin. Op het stelen en sprokkelen van hout uit de meent stonden zware straffen. Thans zijn alle markegronden verdeeld, behalve in het Gooi, waar de Gooische meent nog onverdeeld eigendom van de erfgooiers is (zie ald.).

< >