WoordHoek

Ewoud Sanders (2024)

Gepubliceerd op 06-02-2023

Gamechanger

betekenis & definitie

Het woord gamechanger is aan een nieuwe opmars bezig. Vooral dankzij de oorlog in Oekraïne.

De tanks die verscheidene westerse landen aan Oekraïne leveren, gaan die het verschil maken? Met andere woorden: worden zij een gamechanger in Poetins oorlog?

Inhoudelijk is over die kwestie de laatste tijd veel geschreven. De uitkomst is een verschil van mening. Sommige deskundigen denken dat die tanks inderdaad een gamechanger worden, andere zijn van mening dat er daarvoor niet voldoende tanks zijn geleverd. En dat er bijvoorbeeld ook vliegtuigen nodig zijn.

Met die discussie ga ik me niet bemoeien – ik heb er geen verstand van. Wel zal ik me hier buigen over het woord gamechanger, want dat is duidelijk aan een opmars bezig. Waarom is dat zo?

Een jong begrip
Eerst maar eens onderzoeken of het waar is dat je dit woord steeds vaker leest en hoort. Dat kan iedereen zelf nagaan, bijvoorbeeld op de site van een dagblad. Tussen 2000 en 2010 kwam het woord gamechanger acht keer voor op de site van NRC. Soms als één woord, soms los van elkaar. Tussen 2011 en 2020 achttien keer. En sinds 1 januari 2021 ruim dertig keer. Dus ja, bij deze ene nieuwsbron is de frequentie in ieder geval flink aan het stijgen.

De meeste mensen zullen wel paraat hebben wat het betekent, maar hier de definitie uit de Dikke Van Dale: ‘factor, gebeurtenis die een bestaande situatie, aanpak e.d. ingrijpend verandert’. Dit woordenboek vermeldt gamechanger sinds 2013. Met als extra informatie dat game changer (los van elkaar) in het Engelse taalgebied sinds 2003 wordt gebruikt.

Jong begrip dus. En volop aan het bloeien. Voor een definitie van ChatGTP (over gamechangers gesproken), zie ENSIE.

Die Van Dale-definitie maakt meteen duidelijk waarom dit Engelse woord het zo goed doet: we hebben er geen goed Nederlands alternatief voor. Ga maar na: game betekent ‘spel’, change betekent ‘verandering, wijziging’, maar spelverandering of spelwijziging dekt de lading niet. Dat kan net zo goed iets heel tams zijn. We spelen het spel nu zo, maar hé, laten we de regels een beetje veranderen. Nee, de gamechanger zet het hele spel op z’n kop, maakt alles anders.

Onuitstaanbaar vind ik dat, als blijkt dat we voor een buitenlands woord geen goed Nederlands alternatief voorhanden hebben. Voelt armoedig. Zeker als je geen goede vertaling kunt verzinnen. Want spelopbreker of alles-op-z’n-kopzetter lijken me niet meteen geschikt.

Verschilmakers
In 2015 stelde Japke-d. Bouma in NRC voor om het woord gamechanger in de ban te doen. Het kwam toen steeds vaker voor in personeelsadvertenties. Kap daarmee!, eiste Bouma.

Jongens, hou eens even op met die gamechangers. Natuurlijk moet er van alles worden veranderd in de sales, maar met gamechangers? Ik dacht het dus niet. Want bij een gamechanger denk je toch in eerste instantie aan zo’n eikeltje dat vroeger op het schoolplein halverwege het potje knikkeren zei: ‘ja, dat telt dus niet, ik heb nieuwe regels’ en dan was je al je knikkers kwijt.

Terugkijkend moeten we vaststellen: haar oproep heeft helaas niet geholpen en ook geen goed Nederlands alternatief opgeleverd, want zeker bij de sales en marketing sections van companies zijn ze nou eenmaal dol op Engels.

Wat we ondertussen wel mogen hopen is dat die westerse tanks echt de verschilmakers worden in die treurige, gekmakende oorlog in Oekraïne.