Plutus (Πλουτος), griekse personificatie van de rijkdom, in het bijzonder van de korenvoorraad, in de mythologie opgenomen als zoon van de godin der veldvruchten → Demeter en Zeus’ zoon Iasion, met wie Demeter zich op een driemaal omgeploegd stuk akkerland verenigd had. In de mysteriëncultus van Eleusis was Plutus geen zoon van Demeter, maar behoorde wel tot haar gevolg; de gelijkstelling van de sterk op Plutus gelijkende Pluto met Hades, die Demeters dochter Kore geschaakt had, was uiteraard onverenigbaar met een moeder-zoon-relatie tussen Demeter en Plutus.
In de antieke literatuur was Plutus hoofdzakelijk een allegorische figuur, die dikwijls naast Penia, de personificatie van de armoede, optreedt (bv. in Aristophanes’ blijspel Plutus).
In de beeldende kunsten wordt Plutus meestal voorgesteld als een jongen met een hoorn van overvloed of met een korf met korenaren in de hand. Bekend is een bronzen beeld van Cephisodotus (1), dat de vredesgodin Eirene met het Plutuskind op de arm voorstelde en waarvan zich een marmeren kopie in de Antikensammlung te München bevindt.
Lit. Eisele (Roscher 3, 2572-2584). E. Zwicker (PRE 21, 1027- 1052). [Nuchelmans]