Christelijk auteur (gestorven ca. 311) en vermoedelijk bisschop van Olympus in → Lycië. De gegevens over zijn leven zijn schaars en staan niet geheel vast, zelfs niet of hij bisschop van Olympus geweest is.
Volgens Hieronymus (De viris illustribus 83) en Socrates (Historia ecclesiastica 6,13) zou hij in Chalcis als martelaar gestorven zijn. Dit gegeven is echter eveneens zeer onzeker. Volledig in het grieks bewaard is slechts het werk Gastmaal of De maagdelijkheid (Συμποσιον η περι αγνειας), voor de vorm waarvan Plato’s Symposium duidelijk het voorbeeld geweest is. Tien maagden prijzen in het Gastmaal achtereenvolgens de maagdelijkheid; aan het slot vinden wij de bekende hymne van Thecla op Christus en Zijn bruid, de Kerk. Methodius hanteert de pen met vrij grote vaardigheid. Een tweede werk Aglaophon of De verrijzenis richt zich tegen Origenes’ leer van de prae-existentie van de ziel.
Het is bewaard in een oudslavische vertaling; van het griekse origineel resten slechts brokstukken. Voorts zijn van het werk De vrije wil Περι του αυτοεξουσιου, dat wij in oudslavische vertaling kennen, vrij grote resten van het griekse origineel overgebleven. Het was gericht tegen de valentiniaanse gnosis. Enkele andere geschriften zijn slechts in een oudslavische versie tot ons gekomen.Lit. Uitgaven: MPG 18. N. Bonwetsch (GCS 27, 1917: griekse tekst, oudslavische versies in duitse vertaling). H. Musurillo (ACW 27, 1958: engelse vertaling en commentaar).
M. Pellegrino (Turijn 1958: met italiaanse vertaling en commentaar). H. Musurillo/V. H. Debidour (SC 95, 1963: Symposium, met franse vertaling en commentaar). - E.
Amann (DTC 10, 1606- 1614). - K. Quensell, Die wahre Stellung und Tätigkeit des fälschüch sog. Bischofs M. von Olympus (Heidelberg 1952). V. Buchheit, Studien zu M. von Olympus (TU 69, Berlin 1958). [Bartelink]