Woordenboek der oudheid

Prof. dr. J. Nuchelmans - Dr. J.H. Brouwers (1976)

Gepubliceerd op 21-02-2025

CREÜSA

betekenis & definitie

Creüsa (Κρεουσα, letterlijk ’heerseres, vorstin’).

De drie bekendste figuren uit de griekse sagenwereld die deze naam droegen zijn:1. Creüsa, dochter van de atheense koning Erechtheus en Praxithea. Door Apollo verleid, bracht ze een zoon Ion ter wereld. Deze legde ze te vondeling, maar Ion werd door Hermes naar Delphi gebracht, waar Creüsa hem later terugvond toen zij het orakel kwam raadplegen omdat haar huwelijk met Xuthus, de zoon van → Hellen, kinderloos bleef. Na haar bezoek aan Delphi kreeg Creüsa bij Xuthus twee zonen, Dorus en → Achaeus. De geschiedenis van Creüsa en Ion is door Euripides in zijn tragedie Ion behandeld.
2. Creüsa, dochter van de trojaanse koning Priamus en Hecabe, echtgenote van → Aeneas. Deze schonk zij een zoon → Ascanius. Toen Aeneas en de zijnen uit Troje moesten vluchten, zou Aphrodite haar uit het gewoel der vluchtenden weggehaald hebben. Toen Aeneas naar de stad terugkeerde om haar te zoeken, verscheen hem de schim van Creüsa en voorspelde hem de avonturen van zijn tocht (Vergilius, Aeneis 2, 736-794).
3. Creüsa, dochter van koning → Creon van Corinthe. Haar wilde → Iason huwen, maar diens echtgenote Medea verijdelde dit plan door de jonge bruid een betoverd bruidskleed ten geschenke te zenden, waardoor zij en haar vader op gruwelijke wijze in de vlammen omkwamen (Euripides, Medea).

Lit. bij (1), (2) en (3). J. Ilberg (Roscher 2, 1424-1427). Koek (PRE 11, 1825v). B. Conticello (EAA 2, 929v). [Suys-Reitsma]

< >