Gelijktijdige bewerkingen van de randapparatuur (1) Het gebruik van een hulpgeheugen als een buffergeheugen om de vertraging tijdens het overbrengen van gegevens tussen de randapparatuur en de verwerkingseenheid tot een minimum te beperken.
(2) Het lezen van de invoerstroom van en het vastleggen van de uitvoerstroom op hulpgeheugens, gelijktijdig met het uitvoeren van de bewerkingen, in een opmaak, die geschikt is om later te worden verwerkt of voor uitvoerbewerkingen te worden gebruikt.