Een werkwijze, waarbij de virtuele machine zich in een ’slapende’ toestand bevindt. Dit wil zeggen dat de virtuele machine niet bezig is met verwerken, maar wel is aangesloten en er kunnen berichten op het terminal worden afgebeeld.
De virtuele machine wordt opnieuw geactiveerd na een bepaalde tijd of wanneer de gebruiker hiertoe opdracht aan het besturingsprogramma geeft.