De periode, gedurende welke de bijwerkingen van een programma aan opnieuw in te stellen data bases en data bases, die opnieuw tot stand kunnen worden gebracht, en de verzoeken van een programma om transacties uit te voeren, ongeldig kunnen worden gemaakt. Deze periode begint wanneer een bepaalde transactie wordt gestart of wanneer het programma een verbinding tot stand brengt met een data base of verzoekt om het uitvoeren van een transactie of het vastleggen van een record in het controlebestand.
Deze periode eindigt wanneer het programma wordt beëindigd, tenzij de periode wordt verlengd.