Label (1) Eén of meer tekens binnen of verbonden met een reeks gegevens, die informatie bevatten over deze reeks, met inbegrip van de identificatie.
(2) Bij het programmeren is dit een identificatiesymbool van een instructie.
(3) Een identificatierecord voor een bestand op magneetband of schijf.
(4) Een naamingang (ASSEMBLER).
(5) Een naam, die wordt gebruikt om de identiteit van een opdracht, anders dan een PROCEDURE of een ENTRY opdracht te bepalen (PL/I).
(6) Een symbolische naam voor een adres.