Construeren is het maken van vlakke en ruimtelijke objecten.
Door te construeren met handelings-materialen die in (de buurt van) de school voorhanden zijn, zoals dozen, wc-rolletjes, oude kranten, touw, takken, stokjes, klei, (lego)blokken en papier, leren de leerlingen kenmerken van verschillende materialen kennen: papier kun je vouwen, plakken en knippen, klei kun je vervormen, touwen kun je knopen en blokken kun je stapelen. Tegelijkertijd komen allerhande meetproblemen en meetkundige kwesties aan de orde: welke vorm krijgt het bouwsel? Hoe kun je het bouwsel groter, hoger of lager maken? Hoe kun je ervoor zorgen dat het bouwsel stevig is of goed blijft staan?