Yvetot, eene arrondissementshoofdstad in het Fransche departement Seine Inferieure, aan den spoorweg van Parijs naar Havre gelegen, is de zetel van een sousprefect en van een paar regtbanken, heeft eene bibliotheek, onderscheidene fabrieken van geweven stoffen en verwerijen, een belangrijken linnen- en graanhandel en ruim 8000 inwoners. — Deze stad vormde in vroegeren tijd met een klein grondgebied eeuwen lang een souverein vorstendom, door het volk het koningrijk Yvetot geheeten. Volgens de Sage verleende de Frankische koning Chlotarius I in 534 den koningstitel aan de erfgenamen van Walther van Yvetot, ten zoen voor den moord, door hem te Soissons op genoemden Walther gepleegd. Waarschijnlijk echter hebben de heeren van Yvetot eerst in de 14de eeuw dien titel aangenomen, in wiens bezit zij door Lodewijk XI en zijne opvolgers werden bevestigd.
In 1681 ontnam het Parlement aan dit koningrijkje de souvereiniteit, maar verklaarde het tevens een vrij goed, welks bezitters zich princes d’Yvetot mogten noemen, terwijl de ingezetenen er waren vrijgesteld van de rijksbelastingen. Die toestand is dezelfde gebleven tot aan de Revolutie. Bekend is het gedicht van Béranger: „Le roi d’Yvetot”.