Regius. Onder dezen naam vermelden wij:
Johannes Regius, een verdienstelijk beoefenaar der wijsbegeerte, hij werd geboren den 15den November 1656, studeerde en promoveerde te Utrecht in de theologie, zag zich achtervolgend beroepen te Batenburg en te Stavenisse en aanvaardde den 17den Junij 1686 het hoogleeraarsambt te Franeker. Als aanhanger der wijsbegeerte van Aristóteles voerde hij er een hevigen strijd tegen de aanhangers van Descartes. Ook legde hij zich toe op de geneeskunde, zoodat hij daarin eershalve de doctorale waardigheid verkreeg, en overleed den 9den September 1738. Van zijne geschriften vermelden wij: „lnstitutionum logicarum epitome (1703)”, — „Institutionum ethicarum compendium (1708)”, — en „Principia philosophiae theoretica (1711/', ook in het Nederlandsch vertaald.
Henricus Regius of de Roy, een verdienstelijk geneeskundige. Hij werd geboren den 29sten Julij 1598, studeerde en promoveerde te Franeker in de geneeskunde, werd in 1625 stadsdoctor te Utrecht, en zag zich aldaar in 1638 tot buitengewoon en het volgende jaar tot gewoon hoogleeraar in de genees- en kruidkunde benoemd. Hij was een ijverig volgeling van Descartes en deswege, alsmede wegens zijne juiste gevoelens omtrent den bloedsomloop en omtrent de beweging van het hart en de slagaderen bij sommigen van zijne ambtgenooten zeer gebaat. Niettemin verdedigde bij met moed en volharding zijne gevoelens en trad telkens als overwinnaar uit het strijdperk. Voetius wist evenwel te bewerken, dat hem de verkondiging der Cartesiaansche wijsbegeerte verboden werd, waarna Regius in 1661 den titel verkreeg van professor medicinae primarius, en den 21sten Januarij 1684 overleed. Van zijne geschriften noemen wij : „Theses pro circulatione sanguinis (1640)”, —„Physiologia sive cognitio samtatis (1641)”, — „Fundamenta physices (1646)”, — „Philosopha naturalis (1651 en later)", ook in het Fransch vertaald, — en „Praxis medica (1686)”.