Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 10-08-2018

Ogowé

betekenis & definitie

Ogowé (De) of Ogowai, eene groote rivier in de westelijke keerkringslanden van Afrika, stort zich uit in den Atlantischen Oceaan. Haar bovenloop (Okandia, welligt dezelfde als de Oeëlle) is nog onbekend, doch het is zeker, dat hare bronnen zich over een groot gedeelte van Centraal Afrika uitstrekken.

Door Marche en de Compiègne werd zij in 1874 bevaren tot nagenoeg 13° O.L. van Greenwich en ook dáár had zij nog steeds eene aanmerkelijke grootte. Zij ontlast zich in eene delta (9° O.L. en 1° Z. B.), wier buitenste armen ongeveer 120 Ned. mijl van elkander verwijderd zijn. Gedeeltelijk kronkelt zij door digte, ondoordringbare wouden, gedeeltelijk door hooggelegene prairieën. Gedurende haren benedenloop zendt zij onderscheidene takken uit en heeft gemeenschap met 2 meren, Eliva Ionanga en Eliva Isanga. Zij is als het ware bezaaid met visschersbooten en kanoe’s.

Van Julij tot September daalt de waterstand zoo sterk, dat de geheele rivier in eenige tusschen zandbanken doorloopende geulen verandert, nog na dien tijd wast zij 4 tot 5 Ned. el. Aan hare oevers wonen talrijke kleine Negerstammen, die tot de menscheneters behooren, zooals: de Oroengoe, de Bakalai, de Okanda en de Osjeba.

Het gebied aan haren mond werd in Augustus 1873 door de Franschen onder den schout-bij-nacht Quilio in bezit genomen, en deze maken aanspraak op de heerschappij langs de geheele rivier tot aan eene zijrivier, de Ngoenië genaamd. Langs de Ogowé vindt men onderscheidene Europésche factorijen, inzonderheid van Hamburgsche kooplieden, die vandaar kaoetsjoek uitvoeren.

< >