Niort, de hoofdstad van het Fransche departement Deux Sèvres, aan de alhier bevaarbare Sèvre Niortaise, aan den spoorweg van Tours naar Rochefort en aan een zijtak naar Angers gelegen, is de zetel van den prefect en van het departementaal bestuur, van eenige regtbanken en van een Protestantsch-Hervormd consistorie. Men vindt er een lyceum, eene teekenschool, eene boekerij, een muséum en eenige geleerde genootschappen. Tot de merkwaardige gebouwen behooren er: eenige kerken, het stadhuis en de overblijfselen van een oud kasteel.
In den openbaren tuin ziet men fraaije waterwerken, en er zijn vele boomgaarden en moestuinen. De nijverheid bepaalt er zich bij het bereiden van leder, het maken van handschoenen, borstels, hoeden, garens, lijm, suiker enz., en men heeft er een levendigen handel in huiden, wol, wijn, brandewijn, granen en groenten. Het aantal inwoners bedroeg er in 1872 ruim 21000.
