Loulé (Markies van), een gunsteling van Joao VI van Portugal, werd geboren te Lissabon in 1785. Hij was de oudste zoon van graaf Val de Reis en reeds van jongs af met zijn lateren beschermheer verbonden. Hij zag zich in 1807 verheven tot markies van Loulé en wierf, als een ijverig aanhanger van Napoleon, een korps van 8000 man, door den Keizer met den naam van het „Lusitaansche legioen” bestempeld. De markies onderscheidde zich in de veldslagen bij Wagram en bij Smolensk, doch gedurende de Honderd Dagen bevond hij zich bij Lodewijk XVIII te Gent.
Later vertrok hij naar Brazilië, waar Joao VI hem tot groot-stalmeester benoemde. Met hem keerde hij in 1821 naar Portugal terug, waar hij gestadig hooger klom in de gunst des Konings, maar wegens zijne constitutionéle gevoelens zeer gehaat was bij de absolutisten, vooral bij dom Miguël. Daar hij zich met kracht verzette tegen het voornemen om den Koning onder het toezigt van een familieraad te stellen, werd hij den lsten Maart 1824 in zijne woning vermoord.