Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Launy

betekenis & definitie

Launy (Lodewijk), een verdienstelijk ambtenaar en directeur-generaal der Financiën in Neêrlandsch-Indië, werd geboren den 28sten Februarij 1797, trad in 1814 in de krijgsdienst, was eenigen tijd onderofficier bp de kavallerie en vertrok als zoodanig in 1816 naar Java. Hier diende hij tot 1819 bij het regiment hussaren, en zag zich toen geplaatst als klerk bij den hoofddirecteur van Financiën, vervolgens als commies bij den graaf van Hogendorp, president van Buitenzorg. Hij genoot in zijne betrekking een onbepaald vertrouwen en zijn ongemeene ijver werd zeer op prijs gesteld, zoodat hij zich in 1826 benoemd zag tot assistent-resident van . Buitenzorg. In 1828 werd hij inspecteur van Financiën, — in 1829 vertrok hij als commissaris naar Banka, om aldaar de wanordelijke zaken te regelen, — en in 1830 werd hij resident van Madioen.

Hier bragt hij veel goeds tot stand, onder anderen werden er onder zijn toezigt 4 suikerfabrieken gebouwd en in werking gebragt. Nadat hij voorts versierd was met de orde van den Nederlandschen Leeuw, zag hij zich eerst overgeplaatst naar Banjoemaas en toen naar Pekalongan, en ontving in 1844 de benoeming tot lid van den Baad van Financiën, in welke betrekking hij, vooral ook door zijne uitgebreide kennis van nieuwe talen, belangrijke diensten bewees, zoodat de koning van Denemarken hem de Danebrogs-orde deed toekomen. Eindelijk werd hij in 1848 door den gouverneur-generaal Rochussen aangesteld tot directeur-generaal der Financiën in Neêrlandsch Indië, en hij kweet zich op eene hoogst loffelijke wijze van zijne veelomvattende taak, totdat hij op den 29sten Julij 1849 door een val van het paard op eene noodlottige wijze om het leven kwam.

< >