Langhe. Onder dezen naam vermelden wij:
Olivier de Langhe, prior en bibliothecaris van de abdij van St. Bavo te Gent in het midden der 15de eeuw. Tusschen 1430 en 1450 vervaardigde hij een catalogus der aan zijne zorg toevertrouwde boekerij en liet onderscheidene handschriften achter, welke zich thans nog te Gent bevinden, waaronder: „Vita R. Coletae”, — en „Chronicon Gandensis urbis, ecclesiae et sanctorum.” Dit laatste is achter het „Cronicon S. Bavonis” van J. de Thielrode in het licht gegeven.
Karel de Langhe of Carolus Langius, volgens sommigen te Gent, volgens anderen te Brussel in de eerste helft der 16de eeuw geboren. Hij studeerde te Leuven, werd in Italië doctor in de beide regten, omhelsde den geestelijken stand, knoopte betrekkingen aan met Torrentius, Justus Lipsius en andere geleerden, en overleed den 29sten julij 1573. Hij bezat eene rijke boekverzameling, was een uitstekend criticus, en schepte tevens veel behagen in het kweeken van bloemen. Van zijne geschriften vermelden w{j: „Marci Tullii Ciceronis officia, de amicitia ac de senectute etc. (1563 en later)”, — „Carmina lectiora”, — „Variantes lectiones in Plauti comoedias (1566)”, — en „Collectio variorum diplomatum et actorum Ecclesiae et Patriae Leodiensis.”