Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Kreil

betekenis & definitie

Kreil (Karl), een verdienstelijk natuur- en sterrekundige, geboren te Ried in Oostenrijk den 4den November 1798, studeerde te Weenen in de regten, maar wijdde zich bij voorkeur aan de wis- en sterrekunde. Van 1826 tot 1830 was hij assistent aan de sterrewacht te Weenen, daarna élève aan die te Milaan, en in 1838 adjunct aan die te Praag, alwaar hij zich in 1845 tot directeur van het observatorium zag benoemd. In Julij 1851 vertrok hij naar Weenen als directeur van een door hem te stichten observatorium voor meteorologie en aardmagnetismus, en overleed in die betrekking aldaar den 21sten December 1802. Hij heeft zich als meteroloog zeer verdienstelijk gemaakt.

Reeds van 1836 tot 1837 volbragt hij te Milaan eene reeks van waarnemingen over het aardmagnetismus en gaf daarvan verslag in twee deelen, die te Milaan bij de ,,Effemeridi astronomiche" werden gevoegd. Dergelijke waarnemingen deed hij ook te Praag en zond ze in 11 deden (1839 —1850) in het licht. Nadat hij op kosten van den Staat eene reis had gedaan door Bohemen, leverde hij zijn: „Magnetische und geographische Ortsbestimmungen in Böhmen (1846)'’, en later: „Magnetische und geographische Ortsbestimmungen des österreichischen Kaiserstaats (1846—1851, 5 dln)”, — alsmede: „Ueber den Einflusz der Alpen auf die Aeusserung der magnetischen Erdkraft (1850)”. Zijne waarnemingen te Weenen maakte hij bekend in de „Jahrbücher (1854—1861, 8 dln)” dezer inrigting,— voorts die over de kometen in zijne: „Cenni storici e teoretici sulle comete (1832)”, — „Ueber den groszen Kometen von 1843 (1813)", — en „Ueber die Natur und Bewegung der Kometen (1843)”. Eindelijk vermelden wij nog van zijne hand: „Einflusz des Mondes auf die magnetische Declination und auf die Intensität der horizontalen Componente der magnetischen Erdkraft (1852, 1853, 2 dln)”, — „Osservazioni sulla librazione della luna (1836)”, — en „Versuch, den Einflusz des Mondes auf den atmosphärischen Zustand unserer Erde zu erkennen (1841)”.

< >