Nicolo Jomelli, een beroemd Italiaansch componist, geboren den 11den September 1714 te Aversa in het koningrijk Napels, ontving het eerste onderrigt in de muziek in zijne vaderstad, doch bezocht op 16-jarigen leeftijd het Conservatorio di San-Onofrio, daarna dat van Della Pietà de’ Turchini te Napels, waar Durante, Leo en Feo zijne leermeesters waren.
Zijne eerste compositiën waren balletten en cantaten, en op 23-jarigen ouderdom leverde hij de opera: „L’errore amoroso”. Deze werd met bijval ontvangen, — voorts ook zijn „Odoardo”, opgevoerd in 1738. Reeds in 1741 had hij door onderscheidene opera’s, zooals „Ricimero”, „Astianasse”, „Ezio”, „Merope” enz., een beroemden naam verworven. Vooral werd „Merope” te Venetië toegejuicht, waar men hem de betrekking van directeur van één der conservatoria opdroeg. Hij schreef hier de opera’s: „Achille in Sciro” en „Didone” en bleef er tot 1748.
Daarna vertrok hij naar Rome en werd er in 1749 kapélmeester der St. Pieterskerk. In 1754 ging hij als kapélmeester van hertog Karel van Würtemberg naar Stuttgart, waar hij omstreeks 30 opera’s componeerde. In 1758 keerde hij naar Italië terug, alwaar hij gedeeltelijk in zijne geboortestad, gedeeltelijk te Napels zijne dagen sleet, nog onderscheidene opera’s vervaardigde, en den 28sten Augustus 1774 te Napels overleed.
