Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Hérault (De)

betekenis & definitie

Hérault, eene kustrivier in het zuiden van Frankrijk, ontspringt ter hoogte van 1600 Ned. el bij den Aigoual in de Cevennes, stroomt in eene zuidelijke rigting benedenwaarts en stort 1 geogr. mijl beneden Agde zich uit in de Middellandsche Zee. Zij heeft eene lengte van 23 geogr. mijl, doch is slechts over de laatste 1½ mijl bevaarbaar.

Het departement Hérault, bestaande uit gedeelten van het voormalig landschap Languedoc, telt op 1124 □ geogr. mijl bijna 430000 inwoners (in 1872). Het derde gedeelte des lands wordt door uitloopers van de Cevennes ingenomen, terwijl aan de zuidoostelijke helling groote vlakten en moerassen zich uitbreiden. Men heeft er eenige kleine rivieren, zooals de Vidourle, de Lez, de Hérault, de Agout, de Orbe enz. Langs de kust vindt men over eene lengte van 8 geogr. mijl eene reeks van lagunen of strandmeren (étangs), die veel zout opleveren. In de nabijheid van Capestang verheft zich de Malpas, doorboord van een tunnel ter lengte van 170, ter breedte van 8 en ter hoogte van 7 Ned. el, waar het kanaal van Languedoc doorheen vloeit. Dit laatste is er, in verband met de Aude, de eenige waterweg van het binnenland; de overige kanalen, zooals die van Lunel, Montpellier, Graves, Roubine enz., ter gezamenlijke lengte van 104 geogr. mijl, liggen langs de kust ter onderlinge verbinding van de meren en steden. In de hoogste gedeelten van het departement verrijzen reusachtige rotsgevaarten, en tusschen deze groeijen kastanjeboomen en verbouwt men graangewassen, terwijl de dalen met amandel- en olijfboomen versierd zijn. Men wint er op 19 □ geogr. mijl uitmuntenden wijn, zooals de Lunel- en Frontignan-soorten (muskaatwijnen).

Ook kweekt men er veel meekrap. Het rijk der delfstoffen levert er voorts steenkolen, ijzer, marmer en ligniet, welk laatste onder den naam van fossiele asch (cendres fossils) tot verbetering van den grond aangewend wordt. Voorts leggen de inwoners zich toe op de zijdeteelt, de zoutwinning, de paarden- en muilezelsfokkerij en de oestervisscherij, en munten vooral uit door het vervaardigen van zijden stoffen, lakens, welriekende wateren, zeep en likeuren. De wol-, katoen- en zijdefabrieken verschaffen er werk aan 20000 personen. De aanzienlijkste koopsteden van het departement zijn Montpellier en Cette, onderling door een spoorweg verbonden, — alsmede Béziers, Agde, Lodève en Pézenas. Hérault is verdeeld in 4 arrondissementen en heeft Montpellier tot hoofdstad.

< >