Heppe

betekenis & definitie

Heppe (Heinrich Ludwig Julius), een Duitsch schrijver over godgeleerde onderwerpen, geboren te Cassel den 30sten Maart 1820, werd eerst godsdienstleeraar daar ter plaatse, en in 1850 hoogleeraar in de theologie te Marburg. Tot zijne belangrijkste geschriften behooren: „Geschichte der Hessischen Géneralsynoden von 1568—1582 (1851, 2 dln)”, — „Die konfessionelle Entwickelung der altprotestantischen Kirche Deutschlands (1854)”, — „Geschichte des deutschen Protestantismus (1856—1869, 4 dln)”, — „Dogmatik des deutschen Protestantismus im 16 Jahrhundert (1857, 3 dln)”, — „Geschichte des deutschen Volksschulwesens (1857—1859, 5 dln)”, — „Dogmatik der evangelisch-reformirten Kirche (1860)”, — en „Das Gelehrtenschulwesen im Mittelalter (1862)”. Voorts bestreed hij in onderscheidene vlugschriften de hyperorthodoxe gevoelens van Villmar.