Döbereiner (Johann Wolfgang), een verdienstelijk Duitsch scheikundige, geboren bij Hof den 15den December 1780, vormde zich te Münchberg tot apotheker en bepaalde zich in 1799 te Karlsruhe bij de pharmacologie, terwijl hij zich tevens toelegde op natuurlijke historie en scheikunde. In 1803 stichtte hij in zijne geboorteplaats eene chemisch-technische fabriek, doch liet deze weldra varen en wijdde zich uitsluitend aan de scheikunde, zoodat hij in 1810 als hoogleeraar in dat vak en aanverwante vakken te Jena benoemd werd. Hier bleef hij werkzaam tot aan zijn overlijden op den 24sten Maart 1849.
Vooral de ontdekking van de ontvlambaarheid eener platina-spons en de op dien grondslag vervaardigde en naar hem genoemde toestel baarden groot opzien. Zijne vroegere ontdekkingen zijn meestal in de natuur- en scheikundige tijdschriften van die dagen opgenomen. Voorts schreef hij onder anderen „Zur pneumatischen Chemie (1821—1825,5 dln)”, en„ Zur Gährungschemie (1822 en 1844)”, —„Ueber neuentdeckte, höchst merkwürdige Eigenschaften des Platins (1824)”, — en „Beiträge zur physikalischen Chemie”, benevens eenige scheikundige leerboeken. Met zijn zoon Franz heeft hij een „Deutsches Apothekerbuch (1840—1844, 3 dln)” uitgegeven.