Dies irae zijn de beide eerste woorden van een oud Latijnsch kerkgezang op het Laatste Oordeel, — een lied, dat zich zoowel door verhevene denkbeelden als door een warm godsdienstig gevoel en een indrukwekkenden vorm onderscheidt, zoodat het reeds vroeg voor kerkelijk gebruik bestemd werd.
Het is afkomstig uit de 13de eeuw. Verschillende personen worden als vervaardigers genoemd, maar de waarschijnlijkheid pleit voor den Franciscaner monnik Thomas van Celano, die in Abruzzo Ulteriore het levenslicht aanschouwde, in 1221 custos was der minorietenkloosters te Mainz, Worms en Keulen, in 1230 naar zijn vaderland terugkeerde, en vermoedelijk in 1265 overleed.
Reeds vóór 1385 was die hymne in de Kerk in gebruik; hiertoe echter heeft men daarin eenige veranderingen gemaakt, het begin weggelaten en er eenige verzen van Felix Hämmerlin aan toegevoegd. In dien staat werd het in het Missale Romanum opgenomen en is het ook nu nog in gebruik. De oorspronkelijke tekst schijnt die te wezen, welke men in de kerk van St. Franciscus te Mantua op eene marmeren plaat kan lezen. Bilderdijk heeft er eene fraaije vertaling van geleverd onder den titel „De dag der wraak".