Diemen (Antonie van), gouverneur-generaal van Neêrlandsch Indië, werd geboren te Kuilenburg in 1593, wijdde zich aan den handel, doch kwam door eene loszinnige levenswjjs zoozeer in schulden, dat hij zich onder een verdichten naam als adelborst naar Oost-Indië begaf. Zijne bekwaamheid bezorgde hem de betrekking van klerk bij den Gouverneur-generaal. Weldra werd hij boekhouder, daarna opperkoopman, in 1625 raad van Indië, en in 1631 keerde hij als admiraal der retourvloot naar het Vaderland terug. In 1632 werd hij directeur-generaal, ontdekte met Jan Joosten de Roy en Teunis Willemz.
Harnay het eiland Nieuw-Amsterdam, en zag zich in 1636 benoemd tot 9den landvoogd van Neêrlandsch Indië. Daar heeft hij veel goeds tot stand gebragt.
Na 2 gewapende togten naar de Molukken herstelde hij er de orde, sloot verdragen met den Sultan van Ternate en met de vorsten van Tidor en Dsjilolo, en vestigde het Nederlandsch gezag op het eiland Ceylon, terwijl ook Malacca veroverd werd (1641). Vooral ook heeft hij zich verdienstelijk gemaakt door het bevorderen van ontdekkingen: hij zond Abel Tasman uit, die Van Diemensland (zie aldaar) in Australië naar hem noemde, — alsmede door de bescherming, die hij verleende aan kunst en wetenschap.
Hij heeft Batavia vergroot en verfraaid, en er 2 kerken alsmede eene Latijnsche school doen verrijzen. Wegens vele zorgen en beslommeringen verzocht hij intusschen zijn ontslag, dat hem niet dan na sterk aandringen verleend werd. Doch voordat het in zijne handen kwam, was hij op den 19den April 1645 te Batavia overleden.
