Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 04-07-2018

Cervole

betekenis & definitie

Cervole (Arnold van) of Cervolle, doorgaans de Aartspriester (Archiprêtre) genaamd, omdat hij, hoewel tot den ridderstand behoorende en in het huwelijk getreden, het vruchtgebruik had van kerkelijke goederen, was tegen het einde der middeleeuwen een der vermetelste partijgangers in Frankrijk. Hij was de telg van een aanzienlijk geslacht in Périgord, aanschouwde het levenslicht in den aanvang der 14de eeuw en wordt het eerst vermeld ter gelegenheid van den slag van Poitiers, alwaar hij met koning Jan werd gevangen genomen.

Toen hij voor geld de vrijheid verkregen had, volbragt hij met 2000 soldaten een rooftogt en legde onder anderen den Paus eene brandschatting op van 150000 francs, viel in Bourgondië, begaf zich in dienst van den Dauphijn tegen den Koning van Navarre, en werd in 1359 benoemd tot luitenant-generaal van Berri en Nivernais.

Na den vrede van Brétigny (8 Maart 1360) vormde hij uit de afgedankte soldaten eene „Witte compagnie”, plunderde daarmede de omstreken van Langres, Lyon en Nevers, veroverde eenige versterkte plaatsen en dwong den graaf van Nevers, om met hem te onderhandelen. Toen hij voorts de koninklijke voorhoede tegen eene andere roofbende aanvoerde, leed hij eene belangrijke nederlaag en geraakte in de gevangenis. Weldra echter was hij weder vrij en trad in het huwelijk met Johanna, de erfdochter van Jan III, heer van Chateau-Vilain.

In het volgende jaar snelde hij aan het hoofd van een aantal gelukzoekers, Bretons genaamd, den heer van Joinville, graaf van Vaudemont, tegen den hertog van Lotharingen te hulp, overweldigde het land en trok naar Trier, maar werd hier naar Metz teruggeslagen. Nadat zich de hertog van Lotharingen voor eene som gelds van verdere plundering had vrijgekocht, trok Cervole weder naar Champagne en Bourgogne en verhief in 1363 Philippus, een zoon van koning Jan, tot hertog van laatstgenoemd gewest.

Daarna nam hij dienst in het leger, dat door koning Karel V naar Normandië werd gezonden, om de bezittingen van den Koning van Navarre te plunderen. Toen de afgedankte troepen de veiligheid des rijks bedreigden, wilde hij hen uit den weg ruimen, door met een 40000-tal tegen de Turken ten strijde te trekken. Met zijne bende verspreidde hij schrik en ontzetting tot aan Straatsburg toe, maar moest bij Basel voor den Duitschen Keizer Karel IV de wijk nemen. Nu keerde hij naar Provence terug, waar hij in afzondering leefde en in 1366 overleed.

< >