Lat., in beeld {oudt., in e f f i g i e terechtgesteld, d.w.z. een pop of beeld, den veroordeelde voorstellend, werd verbrand), inept Fr., zot, dwaas; ineptle vr. Fr., zotheid, inert Fr., traag, vadsig; inertie vr., traagheid; de eigenschap van lichamen om te volharden in een toestand van rust of van beweging, inexcusabei Fr., onverschoonbaar, inexpressibles mrv.
Eng. (lett: onuitsprekelijken), in Engeland wel gebruikt voor; broek, in extenso Lat., volledig, in zijn geheel, in extremis Lat., in het stervensuur, infaam Fr., eerloos, schandelijk; infamie vr., eerloosheid, laagheid.