zwembad - Zelfstandignaamwoord
1. een bassin om in te zwemmen
♢ Ze maakten 's winters het zwembad leeg.
2. een inrichting om te zwemmen
♢ De jeugd gaat tegenwoordig graag naar het zwembad op een warme zomerse dag.
Woordherkomst
samenstelling van zwem(werkwoord) en bad
Verwante begrippen
zweminrichting
Gepubliceerd op 30-10-2017
zwembad
betekenis & definitie