zwabberen - Werkwoord
1. heen en weer bewegen, zwalken
2. (ov) het reinigen met een zwabber
♢ Die huisvrouw zwabbert elke dag.
Woordherkomst
[1] (freqtt) zwabben met het achtervoegsel -er
[2] van zwabber "schoonmaakhulpmiddel" met het achtervoegsel -en die de infinitief van een werkwoord vormt
Uitdrukkingen en gezegden
♦ Een zwabberend beleid
Een wispelturig beleid
Gepubliceerd op 30-10-2017
zwabberen
betekenis & definitie