wis - Zelfstandignaamwoord
1. twijg
2. met een twijg samengebonden bundel
wis - Bijvoeglijk naamwoord
1. stellig, zeker
wis - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wissen
♢ Ik wis
2. gebiedende wijs van wissen
♢ wis!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wissen
♢ wis je?
Antoniemen
onwis
Verwante begrippen
bos, bosje, bundeltje, handvol, gewis, vast, vaststaand, verzekerd
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: