Gepubliceerd op 31-10-2017

wederhelft

betekenis & definitie

wederhelft - Zelfstandignaamwoord
1. de persoon waarmee iemand getrouwd is
Ik loop met mijn wederhelft in Tokio. Overal lopen mensen anoniem en in stilte langs elkaar heen op straat en in de supermarkt. Bij de kassa’s wordt snel, efficiënt en woordeloos afgerekend. Maar als ik mijn vale boodschappentas openvouw begint de caissière te stralen. Verrukt wijst ze naar de tas die ze herkent van onze hoogzwangere dochter en juicht: „Baby!” Ze buigt zich over de toonbank heen, omhelst en feliciteert mij. „Oh.....Baby!!!!”

Woordherkomst
samenstelling van weder en helft

Synoniemen
echtgenoot, echtgenote, eega, gade, man, vrouw, gemaal, gemalin, partner

Verwante begrippen
echtpaar, echtelieden