Gepubliceerd op 31-10-2017

visser

betekenis & definitie

visser - Zelfstandignaamwoord
1. (beroep) (visserij) iemand die beroepsmatig vist
2. een dier dat zich voedt met vissen

Woordherkomst
Naamwoord van handeling van vissen met het achtervoegsel -er

Synoniemen
[1] visserman
[2] viseter

Verwante begrippen
vis, visvangst