Gepubliceerd op 31-10-2017

vijs

betekenis & definitie

vijs - Zelfstandignaamwoord
1. Belgische woord voor schroef in de betekenis van ijzeren staafje of kegeltje met schroefdraad dat gebruikt wordt om voorwerpen vast te maken.
Te koop: muurhaken,nagels,vijzen en pluggen.

vijs - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vijzen
♢ Ik vijs
2. gebiedende wijs van vijzen
vijs!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vijzen
vijs je?