verbad - Werkwoord
1. enkelvoud verleden tijd van verbidden
♢Ik verbad
♢Jij verbad
♢Hij, zij, het verbad
♢ Waar vindt woon die tweemaal dierf het liefste? Verbad zijn stem de dood, zijn tranen deze machten?
Synoniemen
ver·bad
Gepubliceerd op 31-10-2017
verbad
betekenis & definitie