veelvraat - Zelfstandignaamwoord
1. (dierkunde) Gulo gulo, een marterachtig roofdier, de grootste in de familie Mustelidae
2. (dierkunde) dagactieve nachtvlinder en rups Macrothylacia rubi
3. vraatzuchtig, gulzig persoon of dier, een gulzigaard
♢ - Een luieraar en een luiwammes verschillen evenveel van elkaar als een lekkerbek en een veelvraat. Keek naar het verheven genot van parende libellen. Hoorde zelfs hun vleugels, een extatisch geluid, als flapperend papier tussen de spaken van een fiets. Tuurde naar een hazelworm die rond de wortels waar ik lag een miniatuur-Amazone verkende. Stilte? Niet helemaal, nee.
Woordherkomst
1710; samenstelling van veel en vraat, als leenvertaling van Nederduits Veelfraat, ontwikkeld uit Middelnederduits veelvratz (Reinke de Vos, 1498), vēlevrās, vēlevrāt, aanvankelijk villevrās, ontleend aan Oudnoors fjeldfross, letterlijk ‘bergkater’, door w:Volksetymologie|volksetymologie geassocieerd met Mnd. vele, vēl ‘veel’ en vrāt ‘gulzigaard; het vreten’. Onder invloed van Duits Vielfraß ‘Gulo gulo; gulzigaard’ ontstond de w:Leenbetekenis|leenbetekenis ‘gulzigaard’ (sedert 1849).
Synoniemen
warg
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: