Gepubliceerd op 31-10-2017

vals

betekenis & definitie

vals - Bijvoeglijk naamwoord
1. onecht, niet legitiem
Dit zijn valse biljetten van €20.
2. bij honden: geneigd tot wangedrag, zoals onverhoeds bijten
Deze hond is mishandeld en daardoor vals geworden.

Verwante begrippen
[2] boosaardig, kwaadaardig