Gepubliceerd op 31-10-2017

uitzendbaar

betekenis & definitie

uitzendbaar - Bijvoeglijk naamwoord
1. geschikt om te worden uitgezonden op een militaire of andere missie
Iemand met een persoonlijkeidsstoornis is meestal niet uitzendbaar.
2. geschikt om te worden uitgezonden op radio of televisie
De telefoonverbinding is dermate slecht dat het gesprek niet uitzendbaar is.

Woordherkomst
afleiding van Naamwoord van handeling uitzenden met het achtervoegsel -baar