uitzendbaar - Bijvoeglijk naamwoord
1. geschikt om te worden uitgezonden op een militaire of andere missie
♢ Iemand met een persoonlijkeidsstoornis is meestal niet uitzendbaar.
2. geschikt om te worden uitgezonden op radio of televisie
♢ De telefoonverbinding is dermate slecht dat het gesprek niet uitzendbaar is.
Woordherkomst
afleiding van Naamwoord van handeling uitzenden met het achtervoegsel -baar
Gepubliceerd op 31-10-2017
uitzendbaar
betekenis & definitie