tweekoppig - Bijvoeglijk naamwoord
1. met twee koppen
♢ In het sprookje kwam een tweekoppig monster voor.
2. een leiding van twee personen hebbende
♢ Een ziekenhuis heeft vaak een tweekoppige leiding, de algemeen directeur voor de bedrijfsmatige zaken en de geneesheer directeur die gaat over het medisch-inhoudelijke terrein.
Woordherkomst
afleiding van twee en kop met het achtervoegsel -ig
Gepubliceerd op 01-11-2017
tweekoppig
betekenis & definitie