Gepubliceerd op 01-11-2017

tweekoppig

betekenis & definitie

tweekoppig - Bijvoeglijk naamwoord
1. met twee koppen
In het sprookje kwam een tweekoppig monster voor.
2. een leiding van twee personen hebbende
Een ziekenhuis heeft vaak een tweekoppige leiding, de algemeen directeur voor de bedrijfsmatige zaken en de geneesheer directeur die gaat over het medisch-inhoudelijke terrein.

Woordherkomst
afleiding van twee en kop met het achtervoegsel -ig