tweeën - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord twee
♢ Hij had een koning, twee tweeën en een drie.
tweeën - Zelfstandignaamwoord
1. datief van twee: bij tijdsaanduidingen na voorzetsels
♢ Het liep tegen tweeën.
Uitdrukkingen en gezegden
♦ Zijn waren met zijn tweeën.
Zij waren twee in getal.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: