trommel - Zelfstandignaamwoord
1. (muziekinstrument) een cilindervormig, met een vel bespannen slaginstrument
♢ De een speelde de fluit en de andere de trommel.
2. een vaak ronde, afsluitbare, gewoonlijk metalen doos
♢ Doe die koekjes even in de trommel, dan blijven ze vers.
trommel - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van trommelen
♢ Ik trommel
2. gebiedende wijs van trommelen
♢ trommel!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van trommelen
♢ trommel je?
Woordherkomst
afgeleid van trom met het achtervoegsel -el [1] (en volgens regel 2.B ) of van trommelen
Synoniemen
[1]: trom
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: