traint af - Werkwoord
1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aftrainen
♢ Jij traint af
2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aftrainen
♢ Hij traint af
3. verouderde gebiedende wijs meervoud van aftrainen
♢ traint af!
Gepubliceerd op 01-11-2017
traint af
betekenis & definitie