Gepubliceerd op 01-11-2017

tikken

betekenis & definitie

tikken - Werkwoord
1. (ov) een of meer keren een niet harde slag of klap geven
Hou toch eens op met tikken!
2. het regelmatige, korte maar energieke geluid van zo'n slag of klap
Het tikken van de wekker houdt me uit mijn slaap.
3. (ov) typen
Kun jij die brief even tikken?

tikken - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord tik

Woordherkomst
(klanknabootsing)

Uitdrukkingen en gezegden
♦ num=1
iemand op de vingers tikken|iemand berispen
♦ num=2
zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens|oost west, thuis best