Gepubliceerd op 04-12-2017

keren

betekenis & definitie

keren - Werkwoord
1. (ov) de andere zijde toewenden
Hij keerde de lap stof zodat de ongebruikte zijde te voorschijn kwam.
2. ergatief een voertuig een bocht van 180 graden doen maken
Ik vermoedde dat ik op de verkeerde weg zat en ben daarom maar even gekeerd en teruggereden.
3. (ov) doen omwenden, tegenhouden, terugdrijven
4. (refl) zich ~:

keren - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord keer