Gepubliceerd op 01-11-2017

tersel

betekenis & definitie

tersel - Zelfstandignaamwoord
1. (dierkunde), (valkerij) mannetje van een roofvogelsoort
(…) de twee duide-<br />Lijk jagende valken, die, zeg ik eerlijk,.<br />Ons volgden van boomtop tot boomtop, altijd.<br />Schreeuwend tussen beide, vrouwtje en tersel, (…)

Woordherkomst
via het Middelnederlandse woord tersel van het Oudfranse woord tercel dat wellicht verwijst naar het vroegere idee dat in een broedsel uit het derde ei (vergelijk Latijns tertius "derde") een mannetje zou komen, cognaat met Frans tiercelet, Engels tercel, Duits Terzel

Synoniemen
tarsel
telsel
tercelet
tessel
tiercelet