Gepubliceerd op 01-11-2017

stuurloos

betekenis & definitie

stuurloos - Bijvoeglijk naamwoord
1. zonder sturing in sociaal opzicht
Doordat de groep stuurloos was, lukte het niet enige vooruitgang te boeken met het project.
2. zonder sturing in mechanisch opzicht
Doordat de auto stuurloos was, raakte hij van de weg.

Woordherkomst
afgeleid van stuur met het achtervoegsel -loos