stomp - Zelfstandignaamwoord
1. een ingekort vormeloos uitsteeksel
♢ Er bleef na de amputatie niet meer dan een stompje van zijn vinger over .
2. een pijnlijke stoot met de gebalde vuist
♢ Je zou hem een stomp geven!
stomp - Bijvoeglijk naamwoord
1. iets dat zijn scherpte verloren heeft
♢ Met zo'n stomp potlood kun je toch niet tekenen!
2. (wiskunde) groter dan 90 graden
♢ Dit is een stompe hoek.
stomp - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stompen
♢ Ik stomp
2. gebiedende wijs van stompen
♢ stomp!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stompen
♢ stomp je?
Antoniemen
[1,2] scherp
Gepubliceerd op 02-11-2017
stomp
betekenis & definitie