Soekot - Zelfstandignaamwoord
1. (Jiddisch-Hebreeuws) Loofhuttenfeest, op 15-21 tisjri, ter herdenking van de tocht door de woestijn, toen het volk in hutten leefde (Lev. 23:39-43); andere benamingen: Chag; Chag Haäsief
Woordherkomst
Herkomst: Hebreeuws, letterlijk: 'hutten' (soekot)
Verwante begrippen
Jiddisj: Soekes
Zie ook
soekot
Gepubliceerd op 17-10-2017
Soekot
betekenis & definitie