Gepubliceerd op 04-12-2017

onbeheerst

betekenis & definitie

onbeheerst - Bijvoeglijk naamwoord
1. zich zelf niet onder controle houdend, met teveel emotie
Trump is een van de weinige ­bekende buitenlanders die de Brexit hebben gesteund, maar nu flirt hij met de Franse president Emmanuel Macron in plaats van met premier May. Je hoort hem niet meer over de Brexit. Dat belet niet dat hij over ­andere onderwerpen nonsens blijft uitslaan. De man die we tijdens de campagne zagen, was een narcis­tische vrouwenhater, een onbeheerste, wispelturige bullebak. Na zijn verkiezing is hij geen haar veranderd.
Tragisch wat er met Zwagerman is gebeurd. ,,Och man, wat erg. Hij is de eerste dode om wie ik gehuild heb. Ik vond het zo'n geweldige kerel. Mede als gevolg van zijn dood heb ik nu een zelfmoord-ode in mijn nieuwe programma. Ik twijfel er nog steeds over. Misschien is het te emotioneel, te onbeheerst, maar ik beschrijf een zelfmoord van binnenuit. Ik ben een ervaringsdeskundige, zal ik maar zeggen. Nee, ik wil er verder niet over uitweiden. In de voorstelling past het, in de krant komen details te hard over.''
Liefhebbers van stijlbloempjes treffen er bovendien deze omschrijving van Koekiemonster aan: ‘Deze impulsieve blauwe figuur met zijn grote ogen heeft een onbeheerste, assertieve en extraverte persoonlijkheid.’ Waarvan akte.

Woordherkomst
afleiding beheerst met het voorvoegsel on-

Synoniemen
uitzinning, driftig, wild, bandeloos, vurig, teugelloos, onbeschaafd, zinneloos, furieus, tomeloos, ongecontroleerd, hevig, heetgebakerd, wispelturig

Antoniemen
gecontroleerd, rustig, geremd, saai