Gepubliceerd op 04-12-2017

metterwoon

betekenis & definitie

metterwoon - Bijwoord
1. met woonplaats
Hij kocht een huisje op Vlieland en vestigde zich daar metterwoon.
Hij werkt nu in het buitenland en heeft Nederland metterwoon verlaten.

Woordherkomst
Eigenlijk de vaste woordgroep met der woon (waarin der een versteende datief vrouwelijk enkelvoud is).