Gepubliceerd op 04-12-2017

ladderen

betekenis & definitie

ladderen - Werkwoord
1. (intr) (kleding) (van kousen) beschadigd raken waardoor een of meer draadjes in een fijn weefsel losraken en een langgerekt patroon van mazen ("ladder") ontstaat
Alleen hele dikke kousen ladderen iets minder snel, maar die kousen zijn weer niet in trek omdat ze minder flatteus zijn.
ladderen.
2. (ov) (verouderd) (onder studenten) op een ladder naar huis dragen (van iemand die teveel gedronken heeft)

ladderen - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord ladder (verouderd)
Een horde negerslaven, die zich zeer wild gebaarde, met ijselijk geschrei droeg ladderen naar den wal, en zon door stof-op-nevelen de donkere gestalten in vettigheid deed glanzen met felheid van sardijnig rood, dat om de lendenen was geslagen.

Woordherkomst
[werkwoord] ladder met het achtervoegsel -en
*omdat het resultaat ladder wordt genoemd, wellicht ontleend aan het Engels ladder met gelijke betekenis
*omdat er een ladder bij gebruikt wordt
[zelfstandig naamwoord] ladder met uitɡanɡ -en